Afbeeldingen

Content van een website dat niet uit tekst bestaat, zoals foto’s, icoontjes en andere afbeeldingen, kan toegankelijk worden gemaakt door deze ook als tekst beschikbaar te maken. Tekst kan namelijk door hulptechnologieën op verschillende manieren worden gepresenteerd. Voorleessoftware kan een tekst omzetten in spraak (auditief) en een brailleleesregel kan het vertalen naar braille (tactiel). Zo worden afbeelding ook toegankelijk voor bezoekers die de afbeelding niet kunnen waarnemen.

De invulling van zo’n tekstalternatief is afhankelijk van de context van de afbeelding en kan per situatie zelfs verschillen voor dezelfde afbeelding.

  • Alle afbeeldingen moeten een tekstalternatief hebben. Een tekstalternatief kan op verschillende manieren worden toegevoegd:

    Tekstalternatief voor een <​img>-element

    Bij een <​img>-element wordt een tekstalternatief gegeven met behulp van het alt-attribuut.

    In de code ziet dat er zo uit:

    				
    					
    				
    			

    Tekstalternatief voor een <​svg>-element

    Bij een <​svg>-element wordt een tekstalternatief gegeven met behulp van het title-element in de svg. Gebruik ook aria-attribuut role="img" om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk ondersteunende technologieën het <​svg>-element herkennen als een afbeelding.

    In de code ziet dat er zo uit:

    				
    					
    				
    			

    Tekstalternatief voor afbeeldingen die is geplaatst met CSS

    Aan een afbeelding die geplaatst is met CSS kan een tekstalternatief worden gegeven met een aria-label.

    In de code ziet dat er zo uit:

    				
    					
    				
    			

    Invulling van het Tekstalternatief

    De invulling van een tekstalternatief wordt bepaald door de functie die een afbeelding heeft. In veel gevallen draagt een afbeelding informatie over. Beschrijf dan in het tekstalternatief wat er op de afbeelding te zien is. Bij een afbeelding die ook een link is, gaat het juist om het beschrijven waar de link naar toe verwijst. Als een afbeelding geen informatie aan de pagina toevoegt, dan is het beter om het helemaal geen tekstalternatief te geven zodat het kan worden genegeerd door hulptechnologieën.

  • Afbeeldingen die informatie overbrengen zijn noodzakelijk voor het begrijpen van de tekst. De afbeeldingen voegen extra informatie toe aan de pagina. Deze afbeeldingen moeten een tekstalternatief hebben dat nauwkeurig beschrijft wat er op de afbeelding te zien is. De invulling is afhankelijk van de context en kan per situatie afwijkend zijn voor dezelfde afbeelding.

    In een CMS kan een tekstalternatief doorgaans worden toegevoegd in de mediatheek.

    In de code ziet dat er zo uit:

    				
    					
    				
    			

    Het tekstalternatief moet een goede vervanging kunnen zijn voor een afbeelding. Bedenk bij het schrijven van het tekstalternatief altijd wat de bedoeling is van de afbeelding. Houd een tekstalternatief altijd nuttig en beknopt.

  • Soms is het niet mogelijk om een afbeelding volledig te beschrijven in een kort tekstalternatief. Bijvoorbeeld als het gaat om een uitgebreide infographic of een grafiek. Dit soort complexe afbeeldingen moeten ook volledig worden beschreven in een tekstalternatief. Geef in dat geval naast een beknopte beschrijving in het alt-attribuut ook een langere beschrijving in de omringende tekst.

    				
    					
    				
    			

    Een langere beschrijving mag ook op een aparte pagina worden geplaatst. Plaats dan een link met de verwijzing naar die andere pagina direct voor of na de afbeelding.

    				
    					
    				
    			

    De omringende tekst hoort ook te worden gekoppeld aan de afbeelding. Dit is geen verplichting maar wel erg handig. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van het aria-describedby-attribuut. Gebruik het ID van het element waar de complexe afbeelding beschreven wordt. Deze informatie hoort dan ook zichtbaar te zijn voor bezoekers die wel kunnen zien.

    				
    					
    				
    			
  • In de gevallen dat niet tekst maar alleen een afbeelding als link wordt gebruikt, spreken we over functionele afbeeldingen. Dit kunnen afbeeldingen zijn die verwijzen naar een andere pagina of website, maar ook afbeeldingen die een actie op de pagina uitvoeren.

    Deze afbeeldingen moeten een tekstalternatief hebben dat het doel van de link beschrijft, of die beschrijft wat er gebeurd als op de afbeelding wordt geklikt. Voorleessoftware gebruikt het tekstalternatief namelijk als linktekst. Daarom is het belangrijker om het doel van de link te beschrijven, in plaats van wat er op de afbeelding te zien is.

    Als er ook tekst staat op een functionele afbeelding, dan moeten de tekst op de afbeelding én het doel van de link allebei in het tekstalternatief worden vermeld. Hierdoor kunnen bezoekers die met spraakherkenning werken de link ook makkelijk bereiken.

    Zo is ‘Ga naar Twitter.com’ een beter tekstalternatief dan ‘Kleine witte vogel op een lichtblauwe achtergrond’ als het gaat om een afbeelding die wordt gebruikt als link naar een Twitter.com.

    				
    					
    				
    			
  • Afbeeldingen die puur ter decoratie op de pagina zijn geplaatst, horen geen tekstalternatief te hebben. Dit zijn bijvoorbeeld afbeeldingen die geen informatie overdragen en niet noodzakelijk zijn voor het begrijpen van de tekst. Deze afbeeldingen moeten worden genegeerd door hulptechnologieën. Decoratieve afbeeldingen kunnen het best met CSS worden geplaatst.

    				
    					
    				
    			
    				
    					
    				
    			

    Als het niet mogelijk is om een decoratieve afbeelding met CSS te plaatsen, dan moet het alt-attribuut in het <​img​>-element worden leeg gelaten. Het alt-attribuut moet wel aanwezig zijn maar het heeft dan geen tekst.

    				
    					
    				
    			

    Let op: Dit kan in bepaalde gevallen ook worden gedaan met ARIA role="presentation" of aria-hidden="true".

  • Gebruik geen afbeeldingen van tekst om informatie over te dragen. Afbeeldingen van tekst zijn voor sommige bezoekers niet handig. De lettergrootte in een afbeelding schaalt namelijk vaak niet goed mee. Ook kunnen bezoekers tekst die is ingebakken in een afbeelding niet aanpassen naar eigen voorkeuren.

    Gebruik daarom ‘echte’ tekst. Tekst die daadwerkelijk als tekst op de pagina staat kan goed worden vormgegeven met CSS. Hiermee kan bijvoorbeeld de kleur, het lettertype, de lettergrootte, de regelhoogte en de letterafstand en worden ingesteld. Eventueel kan tekst met CSS ook bovenop een afbeelding worden geplaatst.

    Er zijn een paar uitzonderingen waarbij een afbeelding van tekst wél mag worden gebruikt:

    1. Met HTML en CSS kan niet dezelfde visuele weergave worden bereikt.
    2. De weergave van de tekst in de afbeelding is essentieel voor de informatie die wordt overgebracht.
    3. De afbeelding van tekst kan worden aangepast naar de voorkeuren van de bezoeker.

  • Zorg dat alle bewegende, scrollende of knipperende content dat automatisch start én langer dan 5 seconden duurt kan worden gepauzeerd, gestopt of worden uitgezet. Onder bewegende, scrollende of knipperende content vallen onder andere carrousels, animaties op de pagina, bewegende advertenties, enz. Bezoekers met een cognitieve beperking kunnen er door worden afgeleid. Ook voor bezoekers die gebruik maken van een schermlezer kan dit storend zijn.

    Deze regels gelden ook alle automatisch verversende content, maar hiervoor geldt ook de frequentie van updates mag worden aangepast.

  • Gebruik geen flitsende content. Laat onderdelen in elk geval niet meer dan 3 keer per seconde flitsen. Bezoekers met bepaalde vormen van epilepsie kunnen een aanval krijgen als ze kijken naar knipperende of flitsende afbeeldingen of media.

Succescriteria

  • Principe 1. Waarneembaar
    • Richtlijn 1.1 Tekstalternatieven
      • 1.1.1 Niet-tekstuele content
    • Richtlijn 1.4 Onderscheidbaar
      • 1.4.5 Afbeeldingen van tekst
  • Principe 2. Bedienbaar
    • Richtlijn 2.2 Genoeg tijd
      • 2.2.2 Pauzeren, stoppen, verbergen
    • Richtlijn 2.3 Toevallen en fysieke reacties
      • 2.3.1 Drie flitsen of beneden drempelwaarde
    • Richtlijn 2.4 Navigeerbaar
      • 2.4.4 Linkdoel (in context)
    • Richtlijn 2.5 Input Modaliteiten
      • 2.5.3 Label in naam
  • Principe 4. Robuust
    • Richtlijn 4.1 Compatibel
      • 4.1.2 Naam, rol, waarde